De 5 grootste wasmythes ontkracht: zo verleng je de levensduur van je kleding
We wassen ons suf, en ondertussen slijten onze kleren sneller kapot dan nodig. Waarschijnlijk wist je al dat de grootste impact van kleding in de productiefase zit. Maar wist je dat wassen en drogen toch nog een kwart tot een derde van de totale impact veroorzaken, én dat een groot deel daarvan totaal onnodig is? In dit artikel ontrafel ik de grootste wasmythes en laat ik zien hoe je niet alleen je was-impact kunt halveren, maar ook de levensduur van je kleding kunt vergroten. Ook heb ik eindelijk antwoord op mijn brandende vraag: welk wasprogramma is nou duurzamer, Eco 40–60 of kort op 30 graden?
Volgens Milieu Centraal zit 50 tot 80% van de klimaatimpact van kleding in de productiefase. Logisch: zoals je hier al kon lezen zitten er ontzettend veel stappen in het maakproces van kleding. Door tweedehands of bij duurzamere merken te kopen, kun je ontzettend veel impact besparen, op sociaal vlak bijdragen én eerlijke bedrijven supporten.
Maar dat cijfer betekent ook dat er nog 20 tot 50% impact overblijft in de rest van de keten. Een kwart tot een derde daarvan ontstaat in de gebruiksfase, denk aan dragen, wassen en drogen.
Onlangs las ik het gloednieuwe Truth About Laundry 2025 Report van Electrolux/AEG, gebaseerd op 22 miljoen wascycli, 6 miljoen droogcycli van verbonden apparaten en een enquête onder bijna 16.000 Europeanen. Het doel van het rapport: daadwerkelijk wasgedrag onderzoeken én kijken waar nog kansen liggen op het gebied van bewustwording rondom het verlagen van milieu-impact en de levensduurverlenging van kleding. En vooral dat laatste vind ik interessant. Want wie wil er nou niet dat z’n kleding langer meegaat? Het is niet alleen beter voor de natuur, maar ook voor jezelf: je kunt het vaker dragen, de impact per draagbeurt wordt kleiner en je hoeft minder te kopen. En, zoals ik pas al schreef: ik denk dat we meer mensen mee krijgen in het duurzame verhaal als we het narratief veranderen naar “what’s in it for you?”
Naast dat ook ík nieuwe dingen leerde, vond ik het aller interessantst dat het rapport me deed beseffen hoe sterk onze wasgewoontes eigenlijk zijn gevormd door wasmythes door marketing – denk aan alle reclames die ons onbewust meegeven iets pas schoon is als het naar wasmiddel ruikt. Hoe vaker je wast, hoe meer producten je vaak gebruikt, en dat is precies wat Big Money wil. Zonde: niet alleen voor je impact, maar ook voor je portemonnee en je kast.
En wat blijkt: veel van die gewoontes stammen óf uit een tijd dat machines en wasmiddelen heel anders waren, óf zijn ons aangepraat door slimme marketing. Dankzij innovaties en betere producten zijn veel van die ‘regels’ allang achterhaald, maar toch volgen we ze nog vaak. Tijd dus om ze naast de feiten te leggen.
De grootste wasmythes + hoe het beter kan
Mythe 1: heter = schoner
Een opvallend cijfer: 57% van de mensen blijkt nog steeds standaard op 40°C of hoger te wassen. Dat is gek, want wassen op lagere temperatuur is zóveel duurzamer (en goedkoper): op 30 graden bespaar je zo’n 30% energie ten opzichte van 40 graden, en zelfs 50% vergeleken met 60 graden.
Ook is het beter voor je kleding: veel vezels (zowel natuurlijk als synthetisch), kleurstoffen en afwerkingen (zoals naden en lijm) breken sneller af bij hogere temperaturen. Waarom houden we dan toch hardnekkig vast aan heet wassen?
Psychologen verklaren dit zo: veel mensen zijn gevoelig voor alles wat onhygiënisch lijkt en vermijden liever te weinig dan te veel bacteriën: hoe heter de was, hoe veiliger we ons voelen. Tel daarbij op dat mensen vaak standaard blijven doen wat ze thuis hebben geleerd en je snapt waarom heet wassen nog steeds de norm is.
Tip: Maak van 30°C je standaard, ik heb dit bij AEG nagevraagd en moderne machines en wasmiddelen zijn hier allemaal júist voor ontwikkeld. Voorbehandelen blijkt dé gamechanger: maak de vlek nat, sop ‘m licht in en was het daarna op een lage temperatuur. Alleen bij écht hygiënegevoelige was – denk aan luiers, schoonmaakdoeken of beddengoed na ziekte – is 60°C nodig. Voor de rest geldt: heter voelt misschien schoner, maar is vooral een verspilling van energie én kledingkwaliteit.
Mythe 2: carelabel =verplichting
Veel mensen nemen het carelabel heel letterlijk: ‘40°C’ voelt als een verplichting, ‘handwash only’ als een verbod en ‘niet in de droger’ als een absolute no-go. Helemaal begrijpelijk, want niemand wil door een stomme fout z’n kleding verpesten. Maar officieel geven de labels de maximale belasting aan, geen adviesstand.
Uit het rapport blijkt dat veel mensen carelabels té letterlijk nemen. Een temperatuur staat voor het maximum dat een kledingstuk aankan (40°C mag dus ook gewoon op 30°C), ‘handwash only’ betekent vaak dat een modern handwasprogramma prima kan en ‘niet in de droger’ houdt vooral rekening met oude, hete drogers, niet met zachtere warmtepomptechniek. Voorzichtig zijn is goed, maar labels zijn vaak strenger dan nodig.
Tips:
1. Lagere temperaturen mogen altijd. Staat er 40°C? Dan mag je ook op 20–30°C wassen. Vaak is dat zelfs nog beter voor de levensduur van je kleding.
2. Handwash only? Dat betekent: ‘voorzichtig behandelen’. Het handwasprogramma van moderne machines is hier speciaal voor ontwikkeld: het is net zo zacht als met de hand, maar gelijkmatiger.
3. Niet in de droger op je label? Dat betekent: er kan een risico zijn bij hoge hitte. Heb je een droger met lage-temperatuur- of wolprogramma? Test het voorzichtig met een minder belangrijk item.
Mythe 3: opfrissen = altijd wassen
Een kwart van de Europeanen draait een was terwijl de kleding eigenlijk niet vies is, puur voor de wasmiddelgeur en daarmee het net-gewassen-gevoel. Dat is geen toeval: decennialang hebben reclames ons tenslotte geleerd dat schoon pas schoon is als het naar dennengeur of zeebries ruikt. We zijn dus geconditioneerd om de geurtjes van wasmiddel te associëren met hygiëne, en dat gevoel willen we steeds opnieuw oproepen.
Opvallend genoeg zegt 38% van de Europeanen dat ze kleding vaker zouden dragen vóór het wassen, als dat de levensduur verlengt. En dat klopt: elke wasbeurt heeft invloed op de vezels van je kleding. Hoe minder vaak je wast, hoe minder slijtage, en hoe langer je kleding mooi blijft. Het probleem zit dus niet in echte viezigheid, maar in gewoontegedrag.
Tip: je kunt je kleding vaak prima opfrissen door het even te luchten (of gebruik de wodka-truc) óf fris je het op met een korte stoombeurt. Een stoomprogramma gebruikt tot 96% minder water dan een wasje en haalt kreukels ook nog redelijk was weg.
Mythe 4: hoe voller hoe beter
Veel mensen twijfelen: moet je je trommel zo vol mogelijk stoppen of juist ruimte laten? Uit onderzoek blijkt dat 43% van de Europeanen denkt dat een vollere trommel de kleding juist langer mooi houdt. De werkelijkheid zit ertussen: een té lege trommel blijkt water en energie te verspillen, maar een te volle trommel zorgt ervoor dat kleding tegen elkaar schuurt en sneller slijt.
Tip: Houd als vuistregel aan: er moet nog een platte hand bovenop de was passen. Zo was je efficiënt zonder je kleding te beschadigen.
Mythe 5: de droger is altijd slecht
Bijna de helft van de Europeanen ziet de droger nog steeds als dé grootste boosdoener voor slijtage. Dat beeld stamt uit de tijd van oude, loeihete drogers die kleding lieten krimpen. Veel mensen weten niet dat de techniek sindsdien totaal veranderd is.
Tuurlijk, je moet nog steeds bewust omgaan met drogen (elke behandeling geeft wrijving; hoe minder je met je kleding doet, hoe beter). Maar de werkelijkheid is genuanceerder. Moderne sensordrogers stoppen zodra de was droog is, en warmtepompdrogers werken met lagere temperaturen en zachtere bewegingen. Dat is niet alleen energiezuiniger, maar ook veel delicater voor je kleding.
En what about buiten drogen? Zes op de tien Europeanen denkt dat dit altijd beter is. Maar belangrijk om in je achterhoofd te houden: langdurige blootstelling aan fel zonlicht kan kleuren juist sneller doen vervagen.
Tips:
- Luchtdrogen in de schaduw blijft de optie met de minste wrijving en is beter voor kleurbehoud dan drogen in de zon.
- Toch de droger gebruiken? Onthoud de vuistregel van Milieu Centraal: ‘spin hoog, droog kort’. Je bespaart dan veel energie door eerst op het hoogste toerental te centrifugeren voordat je de droger aanzet.
- Kies bij je droogprogramma voor ‘kastdroog in plaats van ‘kurkdroog’. Bij veel moderne drogers – zeker warmtepompdrogers – meten sensoren hoe droog de was is en stopt het programma automatisch zodra het genoeg is. Dat scheelt slijtage én tot 20% energie. Warmtepompdrogers drogen langzamer dan condensdrogers, maar zijn veel duurzamer en zachter voor je kleding. Die van ons kan zelfs wol veilig drogen (dat doe ik niet vaak, maar als de nood er is: superfijn).
Ecostand 40-60 vs. 30 graden
Tot slot nog de vraag die ik zelf altijd had: wat is nou het allerduurzaamste wasprogramma, Eco 40-60 of kort op 30°C (waarom zou je voor de Ecostand op hogere temperatuur kiezen als lager altijd beter is)? Het Truth About Laundry-rapport vergelijkt ze niet letterlijk, maar zegt wel: beide zijn goede, duurzamere opties, alleen in andere situaties.
Eco 40-60 is top voor normaal vervuilde katoen en draait langer, maar bespaart energie en water per kilo. Maar: draai je een kleine was of wil je je kleuren mooi houden? Dan is een kort wasje op 30°C juist perfect: zowel snel, zuinig als vriendelijker voor je stoffen. Kortom: Eco voor de bulk, 30 graden kort voor je dagelijkse favorieten. Weten we dat ook eindelijk 🙂