Duurzame materialen
De vrouw die mijn kijk op wol compleet veranderde (want bestaat duurzame wol nou wel of niet?)

De vrouw die mijn kijk op wol compleet veranderde (want bestaat duurzame wol nou wel of niet?)

Dit artikel is doorgeplaatst vanuit OFFMODE, mijn Substack newsletter. Wil je vanaf nu al mijn artikelen direct in je mailbox ontvangen? Abonneer je hier!

Ohh, Gertrude. Als je haar verhaal nog niet kent: lees het eerst, want het verdient een podium. Terwijl de meeste media vooral trends en musthaves pushen (boring), gaat dit verhaal over de kern van wat kleding kán zijn: samen creëren en liefhebben. Gertrude is gemaakt van 100% Nederlandse wol. En dat is bijzonder, want met de wolindustrie blijkt een hoop mis: zo had ik geen idee dat we er elk jaar miljoenen kilo’s van verbranden (!) omdat het ‘niets waard’ zou zijn. Ik had een hoop vragen en mocht ze allemaal afvuren op expert Reina Ovinge van The Knitwit Stable. Dit gesprek veranderde mijn kijk op duurzame wol (en of dit kan) enorm, en dat wil ik je niet onthouden.

 

De discussie over duurzame wol (en of dat wel bestaat) is actueler dan ooit, en persoonlijk vind ik ‘m behoorlijk verwarrend. Zo las ik in Trouw dat de nieuwe Europese duurzaamheidsmaatstaf (PEF) polyester soms groener wegzet dan wol. Dat scheve beeld zag je een paar jaar geleden ook bij Milieu Centraal: in een schema over de impact van kledingmaterialen kwam polyester op sommige vlakken beter uit de bus dan wol. Niet lang erna werd het offline gehaald omdat het een eenzijdig beeld zou geven (op deze website kun je het nog steeds bekijken, dan heb je een beeld).

 

Want wat blijkt: in dergelijke berekeningen wordt niet elke vorm van impact eerlijk meegerekend. Zo worden landgebruik en methaanuitstoot zeer zwaar beoordeeld, terwijl microplastics, chemische troep en de eeuwige afvalberg van synthetische kleding amper meetellen.

 

Daarom stond een bezoek aan The Knitwit Stable al zó lang op mijn lijst. Vorige week was het eindelijk zover: ik bezocht Reina’s boerderij, breistudio en educatiecentrum in Baambrugge. Hier leven schapen en geiten die het beter hebben dan veel mensen in de modeketen. Reina’s bedrijf maakt lokaal, made-to-order kleding – zonder overproductie, diervriendelijk en zo transparant mogelijk. Maar nog belangrijker: ze strijdt ervoor om Nederlandse duurzame wol weer waarde te geven. Want, benadrukt ze in ons gesprek: hoe we hier met wol omgaan, is echt bizár.

 

Tussen de dieren kreeg ik een rondleiding die mijn kijk op duurzame wol totaal veranderde. Sindsdien weet ik: wol is niet zwart-wit, maar complex en contextafhankelijk. En als je ziet hoeveel werk (en in dit geval liefde) er in één trui zit, denk je wel twee keer na voordat je er eentje van €12,99 uit een H&M-rek trekt.

 

 


De schaduwkant van de wolindustrie

 

De wolindustrie heeft absoluut een donkere kant. Als je je een beetje in duurzaamheid verdiept, weet je dat grote merken wol graag als puur en duurzaam verkopen, maar ondertussen duiken er regelmatig schokkende rapporten en beelden op.

 

Denk aan undercoverbeelden van scheerders die schapen schoppen, slaan en verwonden. Walgelijk om te zien, ik heb er geen woorden voor. Ook mulesing (waarbij stukken huid rond de anus en de staart worden verwijderd zodat er kale, littekenachtige huid ontstaat waar vliegenmaden minder snel in terechtkomen, wat vaak onverdoofd gebeurt) ligt al jaren onder vuur door dierenrechtenorganisaties als PETA, die pleiten voor alternatieve methoden.

Dan is er nog de milieu-impact. Voor het houden van schapen is veel weidegrond nodig, wat op grote schaal kan leiden tot ontbossing en het verlies van biodiversiteit. Tel daar het waterverbruik bij op, de chemicaliën die nodig zijn om wol te wassen en bewerken en de duizenden kilometers die veel wol de wereld over reist, en je snapt waar die hoge impactcijfers vandaan komen.

 

En ja, schapen stoten methaan uit. Een broeikasgas dat wordt genoemd als 30+ keer sterker dan CO₂. Klinkt heftig – en dat is het ook – maar Reina plaatst er meteen een kanttekening bij: methaan uit schapen maakt deel uit van een korte koolstofcyclus. Het blijft zo’n tien jaar in de lucht, valt dan uiteen en wordt weer opgenomen door gras, dat de schapen opnieuw eten. Het voegt dus geen nieuwe koolstof toe aan de atmosfeer, zoals fossiele CO₂ dat wel doet. De opwarming is tijdelijk, tenzij de veestapel blijft groeien.

En daar zit de crux: de hoge impactcijfers laten vooral zien hoe destructief de huidige massa-industrie is. Als je daar afstand van neemt en teruggaat naar de basis, is wol juist een circulair natuurproduct. Het systeem eromheen is alleen kapot gemaakt.

 

Hoe het ook kan: duurzame wol

 

Bij aankomst in Baambrugge word ik meteen begroet door twee nieuwsgierige schapen. Verderop staan wat geitjes te chillen onder de bomen. Eén van hen is op leeftijd en heeft een aandoenlijke overbeet. Bram heet-ie. Dan zijn er de jongere geitjes, zo schattig. Ik mocht er eentje vasthouden: een superzacht, pluizig bolletje van slechts vijf maanden oud. Hoe kun je daar níet van houden?

 

Reina hoeft me niet veel uit te leggen: ik zie meteen hoe de dieren hier leven. Rustig, in kleine groepen, met ruimte, goed voer en liefdevolle zorg. Ze hebben allemaal een naam, worden geknuffeld en, als het zover is, rustig en respectvol geschoren.

 

Van inkoper en producent tot wolpionier

 

Reina stond ooit aan de andere kant van de tafel, als inkoper en producent in de reguliere mode-industrie. Daar draaide alles maar om één ding: alles moest goedkoper. Ze wist: wat ik hier aan tafel afdwong, moesten arbeiders verderop in de keten betalen.

 

Tot ze voor haar verjaardag twee geiten kreeg. Alles veranderde, ze gooide het roer radicaal om en systeemverandering werd haar missie. Nu runt ze niet alleen haar eigen merk, The Knitwit Label, maar werkt ze ook samen met merken als Joe Merino en AaBe dekens. Altijd vanuit respect voor dier en mens, liefde voor het ambacht en een werkwijze die voedt, in plaats van uitput.

 

 

Nieuwe dingen die ik leerde over wol

 

We lopen de grote schuur in, waar allerlei soorten wol liggen uitgestald. Allemaal zo verschillend, van superzacht en wit tot donkerder en stug. Ze liggen er met een reden: The Knitwit Stable is ook een duurzaam educatiecentrum. Studenten, teams van bedrijven en nieuwsgierige consumenten komen hier om het proces achter een wollen kledingstuk van dichtbij te zien.

 

Reina laat me voelen. Merino is zacht en veerkrachtig (een merinoschaap levert zo’n 3,5 kilo per keer), mohair van angorageiten is krullend en súperzacht, en komt van geiten die maar 90 gram per jaar geven. Snap je meteen het prijsverschil.

 

Tussen de plukken wol ligt ook een kluwe imitatiewol van acryl. Dat oogt wolachtig, maar zodra je écht goed kijkt en voelt, merk je het verschil: je voelt echt een soort plastic gladheid.

 

Wolallergie?

 

Dan volgt een persoonlijke vraag. Ik dacht namelijk altijd dat ik een wolallergie had: bijna alles prikt op mijn huid. Tegelijkertijd heb ik een merinowollen trui en een huisbroek die níet prikt (en andere merinowol wel), hoe zit het nou?

 

Een wolallergie blijkt niet te bestaan. Reina: “Dan zou je ook allergisch moeten zijn voor je eigen haar.” De mate van kriebel zit vooral in de vezeldikte en hoe gevoelig je huid is. Alles boven de 28 micron voelt wat stugger en kan prikken; hoe lager de micron, hoe zachter voor je huid. Nederlandse Texelse schapen en heideschapen leveren grovere vezels, en lamswol, merinowol en mohair van jonge geiten zijn juist heel fijn.

 

Kun je pillen voorkomen?

 

Nog zo’n misverstand: pillen. Veel mensen denken dat het een teken van slechte kwaliteit is, maar het ontstaat door wrijving en zegt niets over de duurzaamheid van je trui. Je kunt het hooguit vertragen door zo min mogelijk wrijving te veroorzaken, bijvoorbeeld door je trui niet onnodig te wassen of in de droger te stoppen. Dat hoeft überhaupt amper: wol is een zelfreinigend materiaal dat zichzelf fris houdt door te ademen. Vaak is even buiten hangen genoeg.

 

Reponsible Wool Standard

 

Als je wol koopt, ook bij grotere merken, kun je checken of het voldoet aan de Responsible Wool Standard (RWS, is er ook voor mohair en alpacawol). Dat keurmerk is vrij streng: alleen gecertificeerde boerderijen, verwerkers en merken mogen het logo gebruiken. Het garandeert goede zorg voor dieren, verantwoord landbeheer, en controleerbare ketenvorming van farm tot product. Dit wordt gecontroleerd door onafhankelijke partijen.

 

 


 

Waarom Nederlandse wol minder waard is dan afval

 

En dan het onderwerp dat het hardst bij me binnenkwam: Nederlandse wol. Terwijl merino en mohair tientallen euro’s per kilo kunnen opleveren,Door de opkomst van synthetische materialen wordt er al zo’n 30 jaar bijna geen Nederlands wol meer gebruikt. Het gevolg: elk jaar word er zo’n 1,2 miljoen kilo wol verspild, of zelfs verbrand, simpelweg omdat er geen markt voor is: boeren krijgen er niets voor. Momenteel slechts tien cent per kilo, en voor zwarte wol moeten ze zelfs betalen(!) om er vanaf te komen. TIEN CENT, voor een kilo materiaal dat voorheen altijd gold als waardevolle vezel. Nu is het minder waard dan afval.

 

Het contrast met vroeger is pijnlijk: in de jaren ’90 leverde een Nederlandse schapenvacht nog zo’n vijfentwintig gulden op. Nu is de prijs zó laag dat veel boeren hun wol niet eens meer sorteren. Alles gaat op één hoop: buikwol, potenwol, soms zelfs nog met mest eraan. Het gevolg: de kwaliteit keldert, de afzetmarkt krimpt en het imago wordt steeds slechter.

 

Reina legt uit: “Zolang er geen waarde wordt toegekend aan de wol, is het voor de boer niet lonend om te sorteren. En zolang de kwaliteit laag blijft, willen bedrijven er niks voor betalen. Maar als we boeren wél eerlijk belonen, kunnen ze selectiever fokken, beter sorteren en is de wol beter verwerkbaar. Dan krijgt Nederlandse wol weer waarde.”

 

Precies dat doet The Knitwit Stable: boeren eerlijk betalen, samen sorteren en betere producten maken. Omdat hun eigen dieren niet genoeg wol leveren, werken ze samen met andere boeren die ze persoonlijk kennen. Zo ontstond ook Gertrude: van de duurzame wol van Kempische weideschapen, die onze beschermde heidegebieden begrazen en bijdragen aan een vruchtbaar landschap.

 

Het raakt me echt: we laten een hernieuwbaar, circulair materiaal verpieteren, terwijl we wel synthetische troep blijven produceren die nooit vergaat. Hoe krom wil je het hebben?

 

 

De bergen werk achter één duurzame wollen trui

 

Wat ook indruk maakt: de hoeveelheid werk en kennis die er komt kijken bij het maken van één trui. Die plop je niet ‘even’ uit een machine; het blijkt een keten vol stappen, handelingen en arbeidsuren. Het begint natuurlijk bij het scheren. Bij Reina gebeurt dat rustig en respectvol, schapen één keer per jaar en geiten twee keer. Met de wol van één merinoschaap kun je ongeveer vier truien maken.

 

Dan het wassen: de wol zit vol lanoline (dat wolvet dat in cosmetica wordt gebruikt), gras, stro en soms mest. Grote wasfaciliteiten hebben we hier niet meer, dus gaat de wol vaak in batches naar België of Italië.

 

Daarna het spinnen. In Baambrugge staan wel kleine spinmachines voor educatie, maar het echte werk gebeurt in Noord-Italië, één van de laatste plekken waar dit ambacht nog echt leeft. Daar worden de vezels gekaard, gekamd en gesponnen tot fijne garens.

 

Terug in Baambrugge gaat het één van de drie grote breimachines in: computergestuurde machines waar iemand regelmatig naast staat om te checken. Alles wordt handmatig ingesteld en gecontroleerd. Een machine breit maximaal acht truien per dag. Acht!

 

Dan volgt een kwaliteitscontrole. Elk pand wordt tegen een lichtscherm gehouden: klopt het patroon? Zitten er fouten in de steken? Vervolgens krimpt en verdicht de stof in een speciaal wasprogramma. Pas dan krijgt het z’n uiteindelijke vorm en stevigheid.

 

En dan het monnikenwerk: het ‘linken’. Een trui bestaat uit losse panden (voor- en achterpand, mouwen, kraag) die met de hand(!), steek voor steek, op een kettelmachine worden gezet: een ronde ring vol haakjes. Alleen al het voorpand kost een half uur. Voor een hele trui ben je één tot twee uur bezig. Zelfs een trui van €12,99 uit een H&M-rek gaat langs die handen, maar dan op absurd tempo en voor een fractie van het loon. Reina weet dit uit ervaring; ze zag het zelf en maakte er dit filmpje over:

 

Duurzame wol, waarde en wat jij ermee doet

 

Mag je onderaan de streep nou van duurzame wol spreken, of niet? Net als Reina kijk ik kritisch naar de massale wolindustrie, maar mijn bezoek bracht veel nuance. Ik weet nu: mits ethisch verkregen (en dat moet je kunnen checken!) kan wol juist een van de duurzaamste materialen zijn. Precies dát maakt duurzaamheids­schema’s tricky: ze geven houvast, maar zolang polyester in een EU-ranking groener lijkt dan wol, blijven we goedkope synthetische troep produceren – terwijl miljoenen kilo’s lokaal, hernieuwbaar materiaal worden vernietigd. Gelukkig werken Reina en anderen aan een oplossing.

 

Materialen, ook wol, moet je in hun context beoordelen. En dát maakt het zo lastig voor jou als consument. Hoe weet je of je de goede keuze maakt? Daarom is transparantie zo belangrijk.

 

Ik blijf fan van de ‘low buy’-regel: koop hooguit een paar stukken per jaar, bewust en goed. Want uiteindelijk gaat het niet om nóg een trui in je kast, maar om de vraag: welke waarde geef jij aan wat je draagt? En misschien nog belangrijker: welk systeem wil je voeden?

 

 

Support mijn werk

 

Helpt mijn werk, en dit artikel over duurzame wol, jou om kritischer naar de mode-industrie te kijken en met meer liefde naar je eigen kast? Ik kies ervoor om alle content op When Sara Smiles gratis te houden, zodat iedereen deze belangrijke verhalen kan lezen. Dat betekent wel dat ik voor dit werk afhankelijk ben van jouw steun. Via mijn Petje Af pagina of deze Tikkie link kun je me een symbolische lunch of koffie trakteren, of maandelijks doneren. Zo maak jij het mogelijk dat ik dit werk kan blijven doen. Heel veel dank! Liefs, Sara

Doneer eenmalig

______

De beste sustainable fashion inspiratie in je inbox?

Schrijf je in voor de gratis WSS newsletter en ontvang elke twee weken het laatste nieuws uit de duurzame modewereld, inspirerende merken, kritische blikken op de kledingindustrie, brand guides, kortingscodes en ander moois. Gewoon lekker makkelijk in je mailbox 🙂