Kritische blik
“De magische superpower van mode” (opiniestuk , door Joline Jolink)

“De magische superpower van mode” (opiniestuk , door Joline Jolink)

Ik heb in mijn leven al heel veel mode-ondernemers ontmoet. Maar zoals Joline Jolink (zie foto’s onder) zijn er niet veel. Deze Nederlandse ontwerpster verweeft duurzaam en bewust ondernemen in álles dat je doet en ik vind haar ZO’N grote inspiratie. Toen we twee weken geleden samen een wandeling door het Vondelpark maakten, deelde ze haar blik op de toekomst met me. De toekomst van de mode-industrie, maar ook over de rol die haar bedrijf Joline Jolink daarin speelt. Haar kritische en tegelijkertijd liefdevolle blik op haar eigen vak raakte me.

 

In een wereld waarin oneindige groei nog steeds centraal staat – zélfs bij de meeste idealistische kledingmerken – durft Joline een grens te stellen aan de groei van haar eigen bedrijf. Volgens haar kan het: minder kleding produceren en tegelijkertijd je positieve impact vergroten én een gezond bedrijf blijven. Hoe ziet ze de toekomst van haar modebedrijf en -vak voor zich? En wat kunnen andere duurzame ondernemers daarvan leren? Ik ging er live over in gesprek met Joline, vanuit m’n woonkamer in Amsterdam.

 

Kijk het gesprek hier terug

 

 

 

__________

 

Opiniestuk Joline Jolink

 

__________

 

Het kan: drastisch minder kleding produceren en toch meer mensen bereiken.

 

Mode heeft een magische superpower: het roept het verlangen naar verandering op. De verbeeldingskracht van mode is uniek. Het geeft uitdrukking aan (gezamenlijke) identiteit en zoekt naar creatieve oplossingen. Mode is in te zetten als middel om verhalen over te brengen. De schoonheid, vormgeving en esthetiek zijn de enzymen die de boodschap van de broodnodige systeemverandering verteerbaar maken.

 

Dat in de mode-industrie een systeemverandering nodig is, is evident. Jaarlijks worden er wereldwijd 100 miljard kledingstukken geproduceerd, waarvan een groot deel niet of nauwelijks wordt gedragen, maar gedumpt. Op stortplaatsen in Kenia en in de woestijn van Chili verdwijnt ons afval uit beeld. Probleem opgelost. Zo doen wij dat in het Westen.

 

Hoe ver ik met mijn bewuste bedrijfsvoering ook afsta van deze praktijken en hoe minuscuul mijn bijdrage er ook aan is, ik begin een afkeer te voelen van nieuwe mode maken. Pijnlijk, want het is mijn vak. Ik keek het als kind af bij mijn oma, leerde als modestudent de technieken en maakte het mij eigen om als zelfstandig mode-ondernemer mijn leven vorm te geven. Kortom, mijn identiteit is sterk verbonden met het ambacht dat ik zo liefheb.

 

De schoonheid van het modevak wordt echter gekaapt en misbruikt door kledinggiganten en handelaren op zoek naar snelle winsten. Jagen op efficiëntie loopt altijd slecht af. Sneller en meer zijn de voorspellers van uitbuiting en uitputting. Onlangs kwam hiervan weer een schrijnend voorbeeld aan het licht in de documentaire Untold: Inside the Shein Machine. En ook een vergelijking met de intensieve veeteelt (en boeren wiens identiteit op het spel staat) dringt zich op.

 

Het mondiale modesysteem is een plof-industrie geworden waarin zo obsceen veel verspilling en ongelijkheid plaatsvindt, dat ik daar op geen enkele manier deel van wil uitmaken.

Wat nu? De stekker uit mijn bedrijf? Er is immers genoeg kleding gemaakt om de rest van onze levens niet naakt over straat te hoeven lopen. Daarnaast stoot de productie en het transport van duurzame of gerecyclede kleding óók gewoon CO2 uit.

 

Toch heeft mode een essentiële functie en de ontwerper ook. Mode vindt zichzelf steeds opnieuw uit. Dat komt voort vanuit een innerlijke drang bij oprechte makers. De nieuwe vorm, het verrassende kleurgebruik of de innovatieve materiaalverwerking wordt door de uiteindelijke drager de wereld ingebracht, waar het langzaam zijn superpower ontvouwt. Verandering is eng, maar als ons brein een aantal keer aan iets nieuws wordt blootgesteld opent het hart zich er langzaam voor. Het is de hoopvolle boodschap die mode elke dag vertelt. Transities en grote uitdagingen worden aanvaardbaar als er een aantrekkelijk nieuwe vorm in het vooruitzicht gesteld wordt. Dat is de taak van de ontwerper.

 

En mode heeft meer verhalen te vertellen. Dat kan alleen als er minder kleding wordt geproduceerd. Drastisch minder en met veel meer aandacht. Er moet een vertraging in de gehele keten komen. Minder, langzamer, meer focus, meer kwaliteit. De louterende werking van het handmatige, het ambacht, het weer zelf maken en repareren, misschien zelfs het groeien en bewerken van grondstoffen op eigen bodem. Als het lukt om deze fasen van de ontwikkeling van kleding inzichtelijk te maken en de eindgebruiker mee te nemen in het proces, dan bereiken we meer mensen met minder spullen. Ook voor mij persoonlijk ging een rol wollen loden stof veel meer spreken toen ik leerde dat de schapen, die de grondstof hadden geleverd, grazen in het gebied in Limburg waar ik zo graag wandel. De schaapsherder toonde het vette materiaal, de lokale stoffenproducent vertelde over het wassen, weven en natuurlijke verfproces. De jas die ik van deze wol maakte echoot zo een keten van stappen die met liefde gezet zijn. En daar stopt het niet. De drager brengt het verhaal weer verder. Een wol overschot bestaat niet als de ontwerper haar talent inzet en, ver voorbij de excessen van de industrie, verandering aantrekkelijk maakt in de vorm van een grote jas.

 

In ons bedrijf produceren wij al jaren bewust in beperkte oplages om verspilling te voorkomen. We stopten in 2016 met uitverkoop. Toch streven we altijd een mate van groei na, om dwingende productiepartners tevreden te houden en – eerlijk is eerlijk – omdat we geen ander voorbeeld kennen.

Uit die tang ga ik mijzelf nu bevrijden. Ik weet wat me te doen staat. Ik ga een grens stellen aan wat ik jaarlijks aan nieuwe kleding de wereld in breng. Na een zorgvuldige berekening komt er vast een productiegetal uitrollen dat een stabiele balans creëert in plaats van oneindige groei.

 

Wie cynisch is zal zeggen dat ik met het begrenzen van mijn toch al beperkte productieaantallen geen verschil maak op die 100 miljard kledingstukken per jaar. Maar de cynicus rekent buiten de reikwijdte van de superpower van mode.

 

Joline Jolink

 

 

 

___________

 

Het opiniestuk in dit artikel is geschreven door Joline Jolink en mocht met toestemming gedeeld worden op When SaraSmiles. Ik hoop dat haar blik veel andere ondernemers inspireert. Maar dat kan bijna niet anders 😉

 

 

Heeft  When Sara Smiles je geholpen?

 

Dit platform is gratis en dat zal het altijd blijven 🙂 Heb je veel aan mijn werk en wil je me supporten? Via deze Tikkie link kun je een symbolische koffie of lunch voor me kopen, waarmee ik tijd in nieuwe artikelen kan steken. En áls je iets koopt, kan dat via één van deze affiliatelinks. Dan ontvangt WSS een kleine commissie over het bestelbedrag. Ontzettend bedankt!

Tikkie link 🧡

(dankjewel!!!)

 

______

De beste sustainable fashion inspiratie in je inbox?

Schrijf je in voor de gratis WSS newsletter en ontvang elke twee weken het laatste nieuws uit de duurzame modewereld, inspirerende merken, kritische blikken op de kledingindustrie, brand guides, kortingscodes en ander moois. Gewoon lekker makkelijk in je mailbox 🙂